header image
Home arrow Culture & Traditions arrow Legends and Tales arrow De Zeven Vaders
De Zeven Vaders van Hassana PDF Print E-mail


De grootste groep van de Assyrische christenen die nu in Mechelen wonen, is afkomstig uit het dorp Hassana in het zuidoosten van Turkije. Hoe is dat dorp ontstaan? De stichting van Hassana is verbonden met het verhaal van de Zeven Vaders. Die legende wordt overgeleverd door de oudere Assyriërs. Kasha Mattai, de protestantse dominee van Hassana, woont in Nederland. Hij vertelt zijn versie van het verhaal.

Image
Grootvader van Kasha Mattai op de hogere hellingen van de berg Djudi. Hij heette ook Mattai en hij werd in 1915 vermoord door Koerden (Foto Gertrude Bell - mei 1909)

Lang geleden weken zeven familiehoofden uit naar het gebied van de berg Djudi, waar in de bijbelse oudheid de ark van Noach is gestrand. Het waren christelijke Assyriërs die uit het noorden, uit de bergen van Van en Hakkari, waren gekomen. Zij hebben het dorp Hassana gesticht. Hassana komt van Hassanbeg volgens Kasha Mattai. Eeuwen geleden heerste een machtige moslimvorst over de streek van Djudi. De rotsvesting Kale was zijn zomerresidentie en hij had een ander verblijf op de kleine dorpsheuvel, waar naderhand de wijk van Hassana ontstond die Kasra, het Kasteel, werd genoemd. Die vorst – de bei of de beg – heette Hassan. Toen de Assyrische christenen naar dat gebied kwamen en er een dorp stichtten, kreeg het de naam van de bei die daar had geheerst: Hassana of Hassanbeg, het bezit van Hassan. 

De opvolgers van Hassan Bei woonden toen in het westelijk gelegen Shakh en in het oostelijk gelegen Gerçulaye. De zeven Assyriërs gingen naar de bei van Gerçulaye en naar die van Shakh en ze kregen de toestemming om op hun grondgebied een christelijk dorp te stichten. Dat dorp is Hassana geworden. De zeven verdeelden alles onder elkaar en op die manier ontstonden de wijken en de familiegronden van het dorp. Zo was het goed, en zo moest het altijd blijven volgens Kasha Mattai. Zo besluit hij ook zijn versie van het stichtingsverhaal.

 De namen van de stichters zijn overgeleverd in de traditionele benamingen voor de grote familieclans van Hassana. Wie zijn de rechtstreekse afstammelingen van de Zeven Vaders? Hierover is er geen volledige eensgezindheid bij de mensen van Hassana, de huidige Hasnaye. De stichtende clans die ze het vaakst noemen in het Sureth, hun Nieuw-Aramese moedertaal, heten Babehur, Goeloe, Keretoe, Kerroe, Nishana Shimoen, Shana, Zengil en Zehroe. De betekenis van die namen is niet altijd duidelijk, maar vertalingen als Babehur-Kleine Vader en Kerroe-de Dove laten vermoeden dat ze teruggaan op de bijnamen van de legendarische stichters.

De stichtingslegende van de Zeven Vaders is geen vrijblijvend verhaal. De heerschappij van de legendarische moslimvorst Hassanbeg verwijst naar de lagere status van de Assyrische christenen van Hassana. Ze waren een raya-gemeenschap, die afhankelijk was van lokale potentaten. In Hassana waren dat de Koerdische stamhoofden van Shirnak aan de noordkant van de berg Djudi. In ruil voor hun dubieuze bescherming eisten die Koerdische aga’s schatting en herendienst van hun christelijke onderdanen. De legende van de Zeven Vaders verschafte tevens een historische rechtvaardiging voor de verdeling van de dorpsgronden. In een agrarische gemeenschap als die van Hassana was het bezit van goede landbouwgrond erg belangrijk. Elke grote famileclan in Hassana wilde bij de oorspronkelijke stichters horen. Zo kon men zijn eigen grondbezit verankeren in de traditie: de verdeling van die gronden was vastgelegd bij het ontstaan van het dorp, het was zo gewild door de Zeven Vaders.

Het dorp is nu leeg en verlaten. De tuinen zijn verwilderd, er groeit onkruid op de velden en tussen de ruïnes van de huizen aan de voet van de berg Djudi. In Mechelen zijn er geen gronden meer te verdelen. De Assyriërs uit Hassana bewaren de Aramese clannamen van de Zeven Vaders nog voor intern gebruik. Daarbuiten gelden hun officiële Turkse familienamen, die in Mechelen en elders verwijzen naar wat de migranten uit Hassana allerminst zouden willen zijn – vaderloze en vaderlandloze Assyrische Turken.                                                (ATH)