header image
Home arrow Events & Comment arrow Social & Political arrow Bekende Mechelaars arrow Yves Desmet
Ik kom hen nergens tegen PDF Print E-mail


Image
Yves Desmet wikt en weegt
Desmet hoorde voor het eerst over de Mechelse Assyriërs in de jaren ’80. ‘Maar ik ben me pas bewust geworden van hun aanwezigheid en hun achtergrond door het boek Mechelen aan de Tigris. Ik heb het zelf niet gelezen, maar het werd wel uitgebreid besproken in de pers,’ zegt Desmet.

Hij heeft nooit persoonlijk contact gehad met de Mechelse Assyriërs. Dat ligt niet enkel aan hem volgens Desmet: ‘Ik vind het een vrij gesloten gemeenschap, die streng vasthoudt aan de eigen tradities. Ze hebben daar blijkbaar genoeg aan, ze gaan niet echt op zoek naar contacten buiten hun eigen gemeenschap. Ik kom ze nergens tegen, en ik kom nochtans op heel wat evenementen.’




Assyriërs zoeken zelden de media op, vindt Desmet. ‘Ik heb de indruk dat hun motto is verdoken leven is gelukkig zijn. Hoe minder ze zich met ons moeien, hoe geruster ze zich voelen. Wanneer zich dan een incident voordoet zoals vorig jaar in de HAM, dan spelen twee zaken mee. De media hebben de neiging om op zoek te gaan naar wat ongewoon is en vaak is dat het negatieve. Gecombineerd met het mechanisme van een overtrokken cultuur die je niet kent, wordt het veel moeilijker om zo’n daad in een context te plaatsen. De media treft misschien schuld omdat ze te weinig op zoek gaan naar de andere kant van het verhaal, maar de gemeenschap wil ook niets naar buiten brengen. Het negatieve werkt in beide richtingen.’

Mechelse politiek in de weegschaal

Yves Desmet legt de beleidsvisies inzake migratie van de twee Mechelse coalitiepartners SP.A en Open VLD naast elkaar: ‘Bart Somers ziet integratie als iets individueels, hij is niet gewonnen voor een benadering via doelgroepen. Caroline Gennez denkt meer vanuit haar  socialistische achtergrond. Ze gelooft dat de emancipatie van individuen er pas komt als een groep zich verenigt en op die manier rechten kan afdwingen. Dat is wat de arbeidersbeweging in Vlaanderen heeft gedaan in het verleden. Gennez gelooft in de kracht van de gemeenschap en Somers in de kracht van het individu.’

Een concreet voorbeeld was het stemrecht voor allochtonen. Veel steden hebben actief gecommuniceerd naar die doelgroepen toe. In Mechelen is dat niet gebeurd. ‘Ik weet dat Gennez zich daarover nogal opgewonden heeft. Somers en Gennez zitten samen in de nieuwe Mechelse coalitie en ik weet niet wat ze nu gaan doen,’ zegt Desmet. ‘Maar ik geloof wel dat ze allebei het beste voorhebben. Geen van beiden vertrekt vanuit een antihouding zoals Vlaams Belang.’

Wat vindt Desmet zelf de beste aanpak? Desmet: ‘Een gemeenschap kan kracht geven en een nest vormen. Samen met gelijkgezinden kan je dingen verwezenlijken, maar soms is het ook verstikkend voor het individu. Integratie gaat niet over witloof met kaas eten, maar over je eigen ding kunnen doen, binnen het kader van waarden die in onze grondwet en in het verdrag van de rechten van de mens staan. Mensen moeten de vrijheid hebben om hun geloof te beleven en te organiseren. Maar dat betekent ook dat als iemand van de Assyrische gemeenschap ervoor kiest om niet meer te geloven, hij of zij ook dat recht moet hebben, zonder uitgesloten te worden door de groep.’

Somers is geen voorstander van het subsidiëren van zelforganisaties. Desmet kan dat begrijpen: ‘Als iedereen zijn eigen jeugdhuisje heeft, zijn we dan een stap verder? Zal dat zorgen voor een beter contact? Of zal iedereen zich op zijn eigen kluitje terugtrekken en de confrontatie met de boze buitenwereld zo veel mogelijk vermijden?’ Toch klopt er iets niet volgens Desmet: ‘Somers moet eens uitleggen waarom hij al dat geld in het Marokkaanse jeugdcentrum Rzoezie [nu ROJM – Regionaal Open Jeugdcentrum Mechelen] heeft gestoken. Dat wordt heel zwaar gesubsidieerd, en ik kan mij voorstellen dat andere groepen dan zeggen: Ja maar, momentje, en wij dan?’

Tekst en foto - Nathalie Leemans