header image
Home arrow Culture & Traditions arrow Clothing & Crafts arrow Betet Skara
Een Assyrisch Weefatelier in Antwerpen PDF Print E-mail

Bekende ontwerpers wisten het al eerder te vinden. En tijdens de Vlaamse erfgoeddag 2006 vond ook het grote publiek de weg naar het Assyrische weefatelier Betet Skara in de Antwerpse stationsbuurt. Dat is het goede nieuws. De minder goede afloop van dit kleinschalig project met een groot hart wordt belicht in het vervolg op deze reportage.   Tekst & foto's: Sjoukje Smedts  

Vangnet

Image
Assyriėr & Van Alsenoy
Betet Skara betekent weefhuis in het Aramees. Coördinatrice Aldegonde Van Alsenoy begon reeds jaren geleden met het weven van een vangnet voor Assyrisch-Chaldese christenen, vluchtelingen uit afgelegen dorpen als Hassana, Herbul en Geznakh in ZO Turkije. ‘Onze Assyrische wevers leven o.a. in de Antwerpse  Stuivenbergwijk een beetje in de marge van de samenleving, maar ze maken er het beste van,’ zegt Van Alsenoy. ‘Ze spreken vaak ook meerdere talen: Sureth, hun Aramese moedertaal, en daarnaast Koerdisch, Turks, Nederlands en ook Frans, Engels of Duits.’
   Van Alsenoy kreeg in 1998 subsidies voor het project dat de vaardigheden van de christelijke migranten uit het zuidoosten van Turkije wilde benutten. Assyrische mannen hadden vaak jarenlange ervaring met het weven van vooral mannenkostuums, maar in Antwerpen was er uiteraard weinig vraag naar die traditionele shella-feestkledij. De voormalige wevers vonden moeilijk werk en ze gingen graag in op het aanbod van Van Alsenoy om te starten met het weefatelier. Al hadden ze twee voorwaarden, zegt wever Oksuz. ‘Betet Skara moest zorgen voor tewerkstelling en onze christelijke waarden moesten bewaard blijven. Het was voor ons belangrijk dat er geen andere mentaliteit ging heersen.’
    Betet Skara is inmiddels uitgegroeid tot een waardevol project voor de Antwerpse Assyriërs. ‘De vijf wevers die we tewerkstellen kunnen hun identiteit en hun eigenwaarde behouden,’ zegt Van Alsenoy. ‘Traditioneel Assyrisch weven is geen Vlaamse bezigheid, maar de Assyriërs maken nu deel uit van onze bevolking. We mogen blij zijn dat ze hun cultuur hebben bewaard en die met ons willen delen.’

Cultuurverschillen

Image
Dries Van Noten riempjes
‘Eerst richtten we ons vooral op het maken van traditioneel Assyrische kostuums,’ zegt Van Alsenoy, ‘maar we merkten snel dat daarvoor geen markt is in de Europese mode-industrie.’ Het weefatelier nam dan textielontwerpster Nele de Block onder de arm. Dat betekende dat de Assyrische wevers moesten leren omgaan met de unieke combinatie van modern westers ontwerp en eeuwenoude oosterse weeftraditie, hét handelsmerk van Betet Skara.
   ‘Het is voor de wevers ook niet evident om te werken voor twee vrouwen’, zegt Van Alsenoy. ‘We krijgen haast dagelijks met cultuurverschillen te maken. Dat is soms leuk, of moeilijk. Samenwerken blijft een constante leerschool, maar gelukkig kunnen we de kleine geschillen altijd oplossen in een sfeer van onderling respect.’
   Dat wederzijds respect blijkt ook uit de voorbereiding van de seizoenscollecties. Zo zocht Nele de Block de vorige seizoenen inspiratie bij de Assyrische vrouwen en het landschap van ZO Turkije. En bij het ontwikkelen van de collecties is de creatieve inbreng van de wevers erg belangrijk. ‘Omdat ze heel autonoom kunnen werken, is Nele maar drie dagen per week aanwezig in het atelier,’ zegt Van Alsenoy. ‘Ze geeft aan welk garen ze verkiest en wat ze in gedachten heeft en dan gaan de wevers aan de slag  Dat levert vaak mooie experimenten op.’ Het waren ook dergelijke experimenten die verwerkt werden tot de collectie riempjes voor de befaamde modeontwerper Dries Van Noten.

Kleurenpalet vol emoties

Image
Betet Skara kleurenpalet
Wat maakt van de Assyrische vluchtelingen zulke goede wevers en waarom zijn hun producten zo aantrekkelijk voor topontwerpers als Van Noten? ‘Onze ouders hadden geen andere manier om aan kledij te komen dan ze zelf te weven,’ verklaart wever Oksuz. ‘Ze maakten zowel kleding voor dagelijks gebruik als dure feestkledij.’ Vooral deze laatste vaardigheid komt de Assyriërs goed van pas als ze voor topontwerpers werken. ‘We werken liever wat langer om zo tot een betere kwaliteit te komen’, zegt Oksuz. ‘Het is deze zorg voor kwaliteit en onze inzet die de professionelen zo aanspreekt.’ Volgens Van Alsenoy speelt ook het feit dat Betet Skara het enige Europese weefatelier is dat dergelijk uniek en handgeweven werk aanbiedt een rol. ‘Vele ontwerpers willen een sociale en ethische meerwaarde aan hun collectie toevoegen’, zegt ze.
   Naast maatwerk op bestelling brengt Betet Skara dit jaar weer een nieuwe collectie. Ikara of Respect is de naam van het jongste project. Ontwerpster Nele de Block haalde haar inspiratie uit de vlucht van de Assyrische christenen uit ZO Turkije en uit de emoties die daarmee gepaard gingen. Vooral het kleurenpalet van de collectie werd hierdoor beïnvloed. De aardekleuren staan voor verlangen (telebana in de Aramese moedertaal van de wevers) en het terugvinden van de Assyrische roots. Hoop (hemanuta) wordt vertaald in lichtgekleurde kledij en accessoires. De zwarte weefwerkjes verwijzen naar de reis (gadrina), de uittocht uit het geboorteland. De helft van de kleine collectie wordt uitgevoerd naar Japan en de andere helft wordt te koop aangeboden in grote modesteden als Parijs, Milaan en Madrid.