header image
Home arrow Homeland arrow Iran arrow Persian melons
De Kasha van Ula PDF Print E-mail

Eind negentiende eeuw zond de aartsbisschop van Canterbury zendelingen naar de Assyrische christenen in Perzisch Azerbeidzjan, het noordwesten van Iran. De zendelingen van die anglicaanse missie van de Church of England vestigden zich in de streek van het Urmia-meer en ze bezochten afgelegen christelijke dorpen in hun missiegebied. Een van die buitenposten was het dorp Ula in de vruchtbare vlakte van Salmas. Omstreeks 1895 verbleef de anglicaanse zendeling Rev. Irving in Ula. Hij berichtte over het dorp en over zijn standvastige kasha, de dorpspriester.   (A. Thiry)

Image
Assyrische bisschop - Perzië 1897

Ula telt 150 woningen volgens Rev. Irving. Het zijn lemen huizen, vijftig ervan worden bewoond door christenen, de andere door moslims. De kasha is trouw gebleven aan de tradities van het Assyrische christendom. Samen met zijn zoon, die shamasha of diaken is, heeft hij de vervallen lemen dorpskerk heropgebouwd. Rev Irving karakteriseert de kasha als een rots in de branding, ‘a tower of strength’. Hij oefent een beroep uit dat naar westerse normen weinig past bij het priesterschap. Hij is wapensmid en zijn vakmanschap wordt zowel door christenen als door moslims erg gewaardeerd. Zijn aanzien bij de lokale bevolking steunt vooral op zijn faam als een heilig man met genezende kracht. Ook islamieten roepen zijn hulp in. Zieke moslims brengen de nacht door bij de ingang van zijn kerk en hopen dat die heilzame slaap hen zal genezen. Het gebeurt vaak dat een moslim bij ziekte van een vriend of verwant een katoenen wiek naar de kasha brengt. De kasha zegent die en een olielamp met de aangestoken wiek wordt bij het ziekbed geplaatst.

Ula is een gemengd dorp, moslims en christenen leven er naast en met elkaar. Als de nood aan de gelovige komt, kan de remedie van het andere geloof desnoods helpen, maar de eeuwenoude geloofsbarrière tussen islam en christendom blijft bestaan. Dat blijkt uit het verhaal dat de kasha vertelt aan de anglicaanse zendeling Irving. Ula is een groene oase, er zijn tuinen en wijngaarden en rond het dorp liggen uitgestrekte meloenvelden. De rijke oogst van die meloenen zorgt ervoor dat de dorpelingen voldoende voedsel hebben om de winter door te komen. In het verhaal van de kasha liggen de meloenen veilig opgeslagen, de schamele rijkdom van de christenen van Ula is gestapeld op heilige grond, in de dorpskerk.

Image
Perzische meloenen - de schamele rijkdom van het dorp Ula

Het legendarische verhaal dateert uit de tijd toen de kasha nog een kind was en zijn schoonvader de dorpspriester van Ula. Op een nacht kwamen twee moslims naar de kerk om meloenen te stelen. De ene kroop naar binnen door een kleine opening en vulde een zak met meloenen. Toen hij wilde vertrekken met zijn buit, kon hij de zak niet optillen. Hij nam er enkele meloenen uit, maar de zak was nog steeds te zwaar. Koortsachtig begon hij de zak te ledigen, tot er nog maar een paar meloenen overbleven. Dat hielp evenmin, de zak bleef loodzwaar. De dief kreeg het benauwd, het koude zweet brak hem uit en hij probeerde te ontkomen met lege handen. Zelfs dat lukte hem niet, hij kon de opening die naar buiten leidde, niet terugvinden. In hoge nood riep hij zijn medeplichtige ter hulp, maar die reageerde niet, hij was gevlucht. De dief bleef de hele nacht opgesloten en toen de priester in de vroege ochtend naar de kerk kwam om zijn gebeden te zeggen, trof hij een gekwelde moslim aan. De kasha liet de man gaan, maar de dief was voor het leven getekend. Zijn mond hing scheef, zijn gezicht was verwrongen en dat bleef zo tot hij enkele jaren later stierf.

Een waar gebeurde geschiedenis volgens de kasha van Ula en Rev. Irving zal de laatste zijn om het te ontkennen. De anglicaanse zendeling heeft veel waardering voor zijn Assyrische geloofsgenoot in een uithoek van Perzië. De kasha van Ula heeft nooit iets anders gelezen dan zijn kerkboeken, maar hij gebruikt die zelden, hij kent alle liturgische psalmen uit het hoofd. Rev. Irving vermeldt dat de man in grote armoede leeft. De anglicaanse missie heeft hem een jaarlijkse toelage van dertig shilling gegeven, maar van de rooms-katholieken zou hij veel meer kunnen krijgen als hij zich bij hen aansluit. Dat is niet gebeurd, de kasha van Ula zweert bij zijn oudchristelijk geloof. Zijn reputatie heeft er allicht toe bijgedragen dat Ula tot net voor de Eerste Wereldoorlog bij de aanhangers van de Assyrische Kerk van het Oosten in de regio Urmia bekend stond als het standvastige dorp, een traditionalistisch bastion in de vlakte van Salmas. Het christelijke Ula is enkele jaren later ten onder gegaan aan islamitisch geweld tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de christelijke minderheid in Turkije en Perzië op de vlucht werd gedreven. Wat er van de kasha van Ula is geworden, is niet geweten. In de vlakte van Salmas worden nog steeds Perzische meloenen geteeld. 

Bron: Kurds & Christians (Gorgias Press USA 2004)