header image
Home arrow Homeland arrow Iraq arrow Little Assyria arrow NL versie
Tussen kruis en kalasjnikov PDF Print E-mail

Wat bezielt de laatste christenen van Noord-Irak? August Thiry, Geert Segers en hun gids Ishak reisden naar Iraaks Koerdistan. Zij kregen er vrije doortocht naar Klein Assyrië.   August Thiry - foto's : Geert Segers

Welcome to Kurdistan

Image
Massoed Barzani
De Khaburbrug is de laatste controlepost bij de grensovergang Silopi-Zakho van Turkije naar Irak. Aan de Turkse kant spreidt een militair mijn landkaart open en wijst naar het aparte overzichtkaartje. In de marge ervan wordt Noord-Irak Koerdistan genoemd. ‘Bestaat niet, nergens,’ zegt de militair, die de kaart confisqueert. Mijn begeleider Ishak praat op hem in. Dat helpt. De militair scheurt het gewraakte stukje geografie weg en geeft de verminkte kaart terug. De overkant is één bruglengte ver. Daar staat op een groot bord: Welcome to Kurdistan of Iraq. In het douanekantoor schuiven we aan voor het inleg-velletje dat vrije doortocht belooft. Aan de wand taxeert KDP-leider Massoed Barzani nauwlettend elke bezoeker. Die ingelijste icoon van de Koerdische Democratische Partij die het grootste deel van Noord-Irak domineert, zal ons voortaan overal volgen.

Christelijk reservaat

Ishak is afkomstig uit het grensgebied van Turkije en Irak. Zijn lotgenoten zijn de christenen van Mesopotamië tussen Tigris en Eufraat. Ze noemen zich afstammelingen van de oude Assyriërs, ze spreken Aramees en ze klampen zich vast aan hun historische wortels in Noord-Irak. Het zijn oorspronkelijk nestorianen, aanhangers van de Kerk van het Oosten; later heeft een deel van hen, de chaldeeërs, zich onderworpen aan Rome.
   Hoe groot is die christelijke minderheid in Irak? Recente schattingen lopen uiteen van 600.000 tot één miljoen. De christenen wonen in Basra en Bagdad en er zijn concentraties in het noorden en in de omgeving van Mosoel. Ze zijn lange tijd teruggedrongen en gearabiseerd. In 1977 schrapte het Baath-regime de etnische naam Assyriër van de lijsten van de nationale volkstelling. De chaldeeërs hadden het iets makkelijker; zij kregen steun van Rome en van Baath-toppoliticus Tariq Aziz, zelf een chaldese christen. Na de val van Saddam riep de Bagdad Conferentie eind oktober 2003 alle Arameessprekende christenen uit Irak en uit de wereldwijde diaspora op tot eenheid onder de naam Chaldo-Assyriërs. Ze eisten onderwijs in het Syriac of Nieuw Aramees en administratief zelfbestuur ten oosten van Mosoel in de vlakte van Ninive. Een christelijk reservaat met uitzicht op de ruïnes van de hoofdstad van het Assyrische rijk uit de Oudheid.
   William Warda is woordvoerder van ADM, Assyrian Democratic Movement. In het voorjaar kwam hij lobbyen voor de Assyrische zaak bij de Europese instellingen in Brussel. ‘Je kent het Salomonsoordeel uit de bijbel,’ zei hij. ‘De koning besluit een kind dat door twee moeders is opgeëist, doormidden te hakken. De echte moeder wil dat niet en zo redt ze het kind en ze krijgt het ook terug. Wij zijn allen Assyriërs, maar de dubbele naam Chaldo-Assyriërs is te verkiezen boven een verdeeld volk dat niet kan overleven. Wie vindt er trouwens baat bij dat hakwerk? Vraag het aan onze kerkleiders. Of aan de Koerden. Wij willen enkel dit: Little Beth Nahrin, Klein Assyrië.’ Met viltstift bakende hij ten oosten van Mosoel een bescheiden district af op mijn kaart van Irak.

Goede bevrijders – slechte bestuurders

Het is ruim tweehonderd kilometer ver van de grens naar Arbil. Het zal vlot verlopen, wordt ons verzekerd: we zijn ingebed, zoals dat tegenwoordig heet, bij ADM die voor het vervoer zorgt. Arbil is de hoofdstad van Vrij Koerdistan en de zetel van het Koerdisch parlement. De zelfmoordaanslag van 1 februari 2004, waarbij tijdens het Offerfeest een groot aantal slachtoffers vielen onder parlementarïërs en andere Koerdische prominenten, heeft sporen nagelaten. We rijden langs de hoge muur die het gebouwencomplex omringt en opsluit in een grimmige egelstelling van gewapend beton.

Image
ADM partijgebouw Ankawa
In Ankawa, een apart gelegen woongebied bij de luchthaven van Arbil, leven ongeveer twaalfduizend Chaldo-Assyriërs. De wijk ziet er vrij welvarend uit. In de vooravond wandelen jonge vrouwen in jeans en fluorescerende topjes open en bloot onder de straatverlichting. De ADM-partijgebouwen beslaan een hele zijstraat. De slagboom wordt bewaakt door twee Assyriërs met automatische vuurwapens. ‘Rabbi Yonan is net aangekomen,’ zegt de oudste. Ik schat hem hooguit achttien. 
   Yonan Hozaya is regionaal minister van industrie en een van de vijf Assyriërs in het Koerdisch parlement. Na 1992 zijn er geen verkiezingen meer geweest. De zetelverdeling is er zo goed als gebetonneerd: 50 mandaten voor Barzani’s KDP, 50 voor PUK (Patriottische Unie van Koerdistan) van Talabani in het oostelijker grensgebied met Iran, en die povere vijf voor de anderen. Hozaya spreekt met vermoeide nicotinestem en heeft moeite om zijn trillende rechterarm in bedwang te houden.

Image
Yonan Hozaya
‘Good liberators, bad administrators – goede  bevrijders,slechte bestuurders,’ zegt Hozaya. ‘De overgrote meerderheid van de Irakezen wilde dat de Amerikanen hen kwamen bevrijden van de dictatuur, maar de VN resolutie die de bezetting goedkeurde, was een grote vergissing. De coalitietroepen hebben een bestuursraad van outsiders geïnstalleerd. Dat zijn geen Iraakse politici, ze zijn pas na de bevrijding teruggekeerd. De laatste 35 jaren waren heel moeilijk in Irak – je was lid van de Baath of niks – maar de Koerdische leiders en de ADM-activisten zijn tenminste in het land gebleven.'
   'Nu willen de Amerikanen de macht eindelijk overdragen. Het komt te laat. Ik verwacht niet dat de nieuwe Iraakse regering in juli het land onder controle krijgt. De politie staat machteloos, ze kan niet eens zichzelf beschermen tegen de aanslagen van de terroristen. Wie heeft er nog respect voor de Amerikanen? Ze laten foto’s uitlekken van vernederde gevangenen. Alsof het slachtoffers waren in plaats van criminelen. We Iraqi, we know how to treat that scum. Wij hadden die misdadigers al lang uitgeschakeld.' 
   'De Amerikanen begrijpen niets van dit land. In de Ninive-vlakte is er nooit controle geweest door coalitietroepen. ADM heeft tevergeefs om militaire bescherming gevraagd. Wat heb je aan een bezettingsmacht die niet eens kan zorgen voor law and order?’
   Ishak mengt zich in het gesprek. ADM moet ervoor zorgen dat de Assyriërs in de vlakte van Ninive een autonome regio krijgen. Desnoods één vierkante mijl, waarop ze een bord kunnen neerpoten met de boodschap: Welcome to Small Assyria of Iraq. Dat zou een krachtig signaal zijn voor Assyriërs in Europa, Amerika en Australië om te investeren met mensen en middelen in dat minimale thuisland.  Hozaya lacht, maar blijft realistisch.
   ‘Wij zijn een verzwakte natie, we kunnen niet overleven zonder vrede en democratie. Tussen 70 en 80 procent van onze mensen woont nu in Bagdad. Voor meer werk en meer veiligheid. We verwachten veel van de Assyrische gemeenschappen in het buitenland. De Koerden pleiten, terecht en met succes, voor Vrij Koerdistan in de internationale media. Wat belet onze emigranten om op te komen voor de Assyrische zaak bij hun regeringen in het westen? En wanneer mogen we hen hier verwelkomen? Het is al te gemakkelijk terug te keren als alles veilig is. We need them now! Met hun opleiding, hun connecties en hun geld. Anders zijn we niet eens in staat om de vlakte van Ninive te behouden.’

Klein Assyrië

Image
Syrisch-orthodoxe priester in Bagdeda
Het is zondagvoormiddag en in Karakosh luiden de kerk-klokken. In het stadje en de omringende dorpen wonen meer dan 25.000 christenen. De voorbije jaren is een aantal van hen uitgeweken naar het zuiden van Irak, vooral naar Basra, om daar werk te zoeken, maar de meesten keren terug zodra ze kunnen. ‘Naar Bagdeda, het huis van het volk, zo noemen we onze stad in het Aramees,’ zegt priester Salem Elias die ons rondleidt langs de zeven kerken in de buurt. Hij zweet onder de zwarte hoofdkap met de dertien witte kruisjes die verwijzen naar Christus en de twaalf apostelen, en spreekt zijn bezorgdheid uit. De christelijke enclave ten oosten van Mosoel hoort bij Arabisch gebied buiten Iraaks Koerdistan, maar toch heeft de KDP een partijkantoor geopend in Bagdeda. ‘Ga maar kijken,’ zegt de priester. ‘Er staan al mensen aan te schuiven. Kan je het hen kwalijk nemen? Zij weten ook wie alles snel kan regelen, en vooral: wie van plan is te blijven.’
   Na de val van Saddam zijn er Amerikaanse soldaten opgedoken in de omgeving, in het chaldees-christelijke Karmliss. De imposante kerk van dat dorp wordt bewaakt door een jonge diaken, kalasjnikov losjes langs de heup. Hij wil praten als zijn naam niet wordt vermeld en hij gaat ons voor naar de dorpsschool. Die is pas gerenoveerd. Bij de ingang staat een gloednieuwe waterkoeler; de muren van de klaslokalen zijn opnieuw geverfd. Een eind verderop ligt de gemeentezaal waar de Amerikanen onderdak hebben gekregen. Ze hebben in de buurt gepatrouilleerd en de school wat opgeknapt. ‘Ze zijn niet lang gebleven, we hadden verwacht dat ze meer zouden doen voor het dorp,’ zegt de diaken.

Image
School in Karmliss
Ik heb het nagetrokken. De Crusader Battery van de 101 Airborne Division met basis in Mosoel is in Karmliss geweest. De manschappen adopteerden de vervallen dorpsschool, ze kregen fondsen los in de USA voor hun operatie die Provide Classroom Comfort heette, en ze lieten herstelwerken uitvoeren. De opknapbeurt heeft heel even de media gehaald. Een lik verf voor de schone schijn en vervolgens inpakken en wegwezen.
   De 101 Airborne Division is in maart 2004 vervangen door US mariniers. Die hebben zich teruggetrokken in een voormalig paleis van Saddam bij de luchthaven van Mosoel.                                                 

Zuivere traditie

Image
Klooster van Alqosh
Alqosh ligt aan de noordgrens van de christelijke enclave. Daar is het 7de-eeuwse Rabban Hormizdklooster genesteld tegen de achterwand van een bergkloof. Er zijn geen monniken meer; de bewaker toont ons de crypte waar de nestoriaanse patriarchen van de Kerk van het Oosten werden begraven. Grafinscripties in Oud-Aramees heiligen die plek waar westerse missionarissen later hun chaldees-katholiek christendom introduceerden.
   Er woonden ook joden in Alqosh. Ze vereerden het graf van de profeet Jonah uit het Oude Testament, maar in 1948 emigreerden ze naar Israël. Sindsdien bewaren de ter plekke gebleven christenen het schrijn met het gebeente in de Bar Micha, de kerk van de Heilige Michael, in Alqosh.
   Een gemeenschappelijke joods-christelijke traditie in Alqosh. Dat kan blijkbaar. Anderzijds zijn de relaties met de chaldese christenen er niet veel beter op geworden in Irak, ondanks de gemeenschappelijke naam Chaldo-Assyrians die is ontstaan na de Bagdad Conferentie in 2003 van alle Iraakse Arameessprekende christenen. Dat hebben we eerder ondervonden in Tel Keyf, even ten noorden van Mosoel, op de weg naar Alqosh. We ontmoetten er Père Matthieu, zo wilde hij althans worden genoemd. Hij kreeg zijn theologische opleiding in het seminarie van de Franse dominicanen in Mosoel en met zijn wapperende soutane, grijs baardje en priemende blik kon hij best doorgaan voor een ouderwetse katholieke abbé. De Assyrische zaak? Hij schudde meewarig het hoofd, hij verkondigt het chaldese standpunt. Met de blik op Rome en de rug naar de Assyrische ruïnes van Ninive.
   ‘Christenvolk in Irak dat afstamt van de oude Assyriërs is één grote mythe,’ zei Père Mathieu. ‘De Britten hebben die ons in de 19de eeuw aangepraat toen ze het oude Ninive opgroeven, en nu nemen onze politici haar over.’ Hij wilde geen namen noemen, maar hij bedoelde de nieuwelingen die in het buitenland waren gekneed en met de Amerikanen zijn meegekomen. Hij bedoelde ook ADM. ‘Een eigen taal voor ons volk, zeggen ze. Maar wat is dat Assyrisch, dat Sureth? Een Aramees dialect dat gesproken wordt op het dorpsplein. Voor theologie, voor gesprekken op niveau gebruik je toch het Arabisch. Dat is hier de grote cultuurtaal, ook voor ons. We zijn allemaal Irakese christenen. Dat is wat ons bindt, ons geloof.’ 
    Wat dacht hij van het Amerikaanse optreden in Irak? ‘Invasie en bezetting,’ zei Père Matthieu, ‘illegaal en immoreel.’ Hij streek met zijn fijne handen over zijn gezicht, immuun voor elke kritiek. Chaldese christenen hadden het niet eens zo slecht onder Saddam. Het katholieke Rome steunde hen en ze hadden connecties in hoge Baath-kringen. Zoals voormalig toppoliticus Tariq Aziz, zelf een chaldese christen.

Slechte bierman

We overnachten in het stadje Simmel ten noorden van Mosoel.Onze Assyrische gastheer Semir Shamo is in 1991 naar Antwerpen geëmigreerd en later naar Nederland verhuisd.. Nu is hij teruggekeerd naar zijn geboortestreek en hij heeft er een riante villa gebouwd.
   Simmel is verbonden met de massamoord van augustus 1933, die Assyriërs wereldwijd hebben uitgeroepen tot Dag van de Assyrische Martelaren. De Assyrische christenen uit de bergen van Zuidoost-Turkije werden na WO I door de Britten opgevangen in hun mandaatgebied Irak. De Berg-Assyriërs waren getrainde vechters en de Britten gebruikten hen als hulptroepen om de orde te handhaven in het onrustige noorden van Irak. Toen de Britten zich in 1933 uit Irak terugtrokken, stak een gewapende groep Assyriërs de Tigris over naar Syrië en het kwam tot een gevecht met het Iraakse leger. Dat richtte vervolgens een bloedbad aan in Simmel onder de christelijke bevolking; de honderden slachtoffers werden inderhaast in een massagraf gedumpt. De Iraakse troepen kregen een triomfantelijke intocht in Mosoel, waar de Arabische bewoners bloedbevlekte en met messen doorboorde meloenen hadden opgehangen. Die moesten de afgehakte hoofden van de vermoorde Assyriërs voorstellen.
   Er is ter plekke geen gedenkteken voor de tragedie van 1933. Simmel is Koerdisch geworden, er wonen nog maar enkele christenen. Dat belooft niet meteen een makkelijke thuiskomst. Semir ziet het anders. ‘Ach meneer, heel moeilijk voor mij in Holland. Altijd problemen, en slechte bierman. Goeie morgen, zeg je. Hij zegt niets. Kom bij mij, zeg je. Hij komt niet. Je geeft feestje. Hij zegt: stil, het is laat. Geen respect, meneer. Bij ons niet zo. Jij bent gast. Jij blijft hele maand? Geen probleem. Hier is thuis: Koerdisch, Assyrisch, maakt niet uit, altijd goeie bierman.’

Image
Semir Shamo
Goeie buren, ik had het eerst niet begrepen. Voor Semir hoeft Assyrië niet zo nodig; hij voelt zich thuis in Noord-Irak. Hij is gaan aankloppen bij de lokale KDP, hij heeft flink wat grond kunnen opkopen en hij heeft een Koerdische compagnon in dienst genomen die met zijn gezin bij hem inwoont. ‘Slechte man Saddam finished,’ zegt Semir met een resoluut wegwerpgebaar. ‘Alles goed nu, veel mensen komen en maken huis, mooie huis,Europa-huis.’ In de ruime voorkamer van Semirs Europa-huis hangt het portret van Barzani naast een kleinere afbeelding van Moeder Maria.
   Dat was Simmel, zomer 2004. Toen de toekomst nog rooskleurig leek voor onze gastheer Semir Samo. Meer dan een jaar later vernemen we het nieuws: Semir heeft zijn huis in Simmel doorverkocht aan zijn Koerdische compagnon en hij is weg uit Noord-Irak. ‘Hij wil er verder niet over praten,’ zegt mijn Assyrische reisgenoot Ishak die in Mechelen woont en hem is gaan opzoeken in het Nederlandse Roosendaal. Dat was ook Semirs vroegere woonplaats. En Noord-Irak of Vrij Koerdistan? Een twijfelland dat, net zoals Klein Assyrië, niet eens op de kaart mag staan. Semir heeft eieren voor zijn geld gekozen in Nederland. Hij zal er opnieuw moeten aarden, ondanks de slechte bierman.